Historie Molen De Groenvelder

Onderstaande tekst komt uit de molendatabase van nog bestaande molens in Nederland.
Fred Prins, molenaar op de Groenvelder
heeft de tekst hier en daar aangepast naar de laatst verworven kennis.

Waarschijnlijk is de windbemaling rond Valkkoog ingevoerd kort nadat in 1534 de polder Geestmerambacht hiertoe was overgegaan. Tot omstreeks 1530 had Valkkoog aan de zijde van de Heerhugowaard of Waard hoogstens een zomerkade.
In een sententie van het Hof van Holland van 1578 leest men een eigen verklaring van die van Valkkoog, dat zij toen pas 45 jaar geleden benoorden de Waard een dijk had den gelegd ter afscheiding van hun land van de Waard. Omstreeks 1560 werd de polder in elk geval zelf bemalen, want op een uit die tijd daterende kaart staat ter plaatse van de huidige molen een binnenkruier aangegeven.

In de Opregte Haarlemmer Courant van 20-11-1841 staat:

"Bestuurders van de polder VALKOOG, zijn voornemens op Dingsdag den 14den December 1841, publiek aan te besteden: De verandering met de verdere reconstructie van dezelve polder-watermolen, staande en gelegen te Groenveld, in dezelve polder, gemeente Sint Maarten, en zulks om dezelve molen van het tegenwoordige bestaande scheprad te veranderen in een vijzel". Aan te nemen is derhalve dat de molen in de loop van 1842 vervijzeld is.


Destijds was het bemalingsgebied ca. 497 ha. groot, de eigenlijke polder Valkkoog. Binnen deze polder lag toen al de Westerendspolder. Dit poldertje schijnt oorspronkelijk buiten de polder Valkkoog te hebben gelegen, maar is later binnen de omringdijk opgenomen. Het bleef echter over een eigen bemaling beschikken. Het kleine, direct op de boezem uitmalende, achtkante vijzelmolentje met een vlucht van slechts ca. 17 meter brandde omstreeks 1918 af en werd vervangen door een windmotor. In de eerste helft van de 20e eeuw, voor 1936, is voor onderbemaling van het zuidelijke 

deel van de polder nabij het dorp Groenveld eveneens een windmotor geplaatst, waarvan de vijzel ook door een benzinemotor kon worden aangedreven.
In het begin van de jaren vijftig heeft in de polder een ruilverkaveling plaatsgevonden, waarbij het polderpeil 0,45-0,75 m is verlaagd. De molen is in 1956 voor diepere bemaling geschikt gemaakt. Tezamen met een klein elektrisch vijzelgemaal is hij nog steeds regelmatig voor de bemaling in gebruik. Beide windmotoren zijn als gevolg van de ruilverkaveling verdwenen.


Constructie

Het achtkant is gemaakt van eiken en heeft geen ondertafelement. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is zijn de legeringsbalken van de onderste bintlaag niet in elkaar gewerkt, maar liggen ze met enige tussenruimte vrij van elkaar. In de loop der tijd is de molen aanzienlijk verstijfd.
Er zijn aanwijzingen dat de oorspronkelijke veldkruisen, regels en hondsoren al eens zijn vervangen. Waarschijnlijk was er vroeger in ieder veld slechts één groot veldkruis aanwezig. Nu zijn er in ieder veld twee in elkaar gewerkte kruisen, die van jongere datum zijn. Ook is later in ieder veld nog eenextra veldkruis geplaatst en is de onderste bintlaag door middel van op en tussen de legeringsbalken  

aangebrachte grenen vulstukken tot een stijf geheel
gemaakt. Boventafelement, rolvloer, kuip en kap zijn al eens vernieuwd, vermoedelijk in de eerste helft van de 18de eeuw. De kuip heeft keerschijven. Sinds het vernieuwen van de kap heeft de molen een Vlaamse vang. De bovenschijfloop is ooit verkleind, waarschijnlijk in het kader van de vervijzeling. Tegenwoordig is er een stalen vijzel, die in 1956 in het kader van de ruilverkaveling is verlengd en versmald.

Het totaalbeeld dat de molen biedt doet vermoeden dat hij tot een van de oudste nog bestaande Noord-Hollandse molen kan worden gerekend.